Hallo allemaal,
Inmiddels zijn de eerste drie maanden in Kenya voorbij en dat betekent dat het tijd is voor de eerste nieuwsbrief! Ik zal elke drie maanden een nieuwsbrief versturen om te vertellen over de ontwikkelingen op het werk en over mijn persoonlijke ervaringen in Kenya. Deze eerste nieuwsbrief zal ik wat uitgebreider ingaan op mijn werk, zodat jullie een goed beeld hebben van wat St. Martin doet en vooral van wat ik hier nu eigenlijk doe!
Veel leesplezier,
Groeten uit Nyahururu, Annnelies
Karibu Kenya! Welkom in Kenya!
En dat is 1, en dat is 2, en dat is 3…
De eerste week in Kenya had ik stiekem toch wel last van een flinke cultuurschok. Ondanks dat ik eerder in Afrika, en vorig jaar zelfs al in Kenya, was geweest, moest ik erg omschakelen. Al die indrukken: het straatbeeld, de mensen, de geluiden. Alles is zo anders. En ook de armoede viel me dit keer erg op en viel me zwaarder dan verwacht. Misschien dat alles extra veel indruk maakte, omdat ik goed besefte dat deze nieuwe plek voor de komende twee jaren mijn “thuis” is.
Door de vriendelijkheid van de mensen hier, ben ik de eerste schok gelukkig snel te boven gekomen. Iedereen gaf me een heel welkom gevoel, waardoor ik eigenlijk geen kans heb gekregen me eenzaam te voelen. Inmiddels ben ik veel dingen, waarvan ik in het begin erg opkeek, heel normaal gaan vinden: dagelijks chai (thee met melk en suiker) drinken; constant vieze kleren hebben (tijdens de hevige regenval de afgelopen maanden waren de straten één grote modderpoel); achterop de fietstaxi zitten; kinderen die je nastaren, naroepen of juist gaan huilen; grote gaten in de weg en allerlei beesten (koeien, geiten, ezels) op straat.
In deze eerste drie maanden ben ik aardig gewend geraakt aan het rustige plattelandsleventje en ben ik mij thuis gaan voelen in het kleine stadje Nyahururu. Het is zeker een compleet ander leven dan het snelle, hippe wereldje in Amsterdam, waarin ik me de laatste twee jaar bevond! Ik vermaak me nu bijvoorbeeld met mijn hondjes, die bedoeld zijn als waakhonden, maar zeker ook leuke wandelmaatjes zijn en zorgen voor een hoop levendigheid. Een hond wilde ik in Nederland altijd al graag hebben, maar daar had ik nooit tijd of ruimte voor. De sociale gelegenheden bestaan vooral uit etentjes met de kleine blanke gemeenschap en af en toe ergens wat drinken. Er zijn hier veel Italianen, omdat de Italiaanse father Gabriele directeur is van de organisatie St. Martin en hij veel contacten onderhoudt met zijn thuisbasis. Verder zijn er ook regelmatig Nederlanders jongeren die hier voor kortere of langere tijd komen werken. Gelukkig staan de Kenianen ook open voor contact. Zo ga ik regelmatig met collega’s lunchen bij één van de vele hotels (kleine eettentjes) in de stad, waar je voor minder dan een euro een maaltijd geserveerd krijgt. Ook word ik wel eens uitgenodigd bij mensen thuis. Het is hier gebruikelijk om gasten altijd iets te eten aan te bieden. Hoe weinig mensen ook hebben, er wordt op z’n minst een kop chai voor je klaargemaakt. Ook kun je nooit ongelegen bij iemand langskomen: ieder bezoek is een geschenk, zelfs als je onaangekondigd extra gasten meeneemt. Het is bijzonder om te zien hoe gastvrij mensen zijn die vaak zelf zo weinig hebben.
In de afgelopen periode heb ik geprobeerd het Kiswahili onder de knie te krijgen. Naast de tientallen stamtalen die Kenya rijk is, is dit namelijk de tweede officiële taal van het land, naast het Engels. En dit is veel meer dan het Engels de taal van de mensen zelf. Helaas is mijn Kiswahili nog verre van vloeiend te noemen. Hierbij speelt ook een rol dat vrijwel iedereen hier in het dagelijks leven Kikuyu spreekt. Nyahururu ligt namelijk in het centrum van het gebied van de Kikuyu, de grootste en ook invloedrijkste stam binnen Kenya. Mijn doel is wel om binnenkort in ieder geval een langer gesprek te voeren in het Kiswahili dan alleen de noodzakelijke begroetingen. Al houden begroetingen hier overigens meer in dan alleen even ‘hallo’ zeggen en doorlopen. Je wordt ten minste verwacht de hand te schudden en te vragen hoe het met de persoon in kwestie gaat, met het werk en zijn familie.
Op weg naar Nyahururu
Nyahururu ligt op bijna drie uur rijden van de drukke stad Nairobi. De verharde weg, vol gaten en chaotisch verkeer, kronkelt langs vele kleine stadjes en dorpjes. Overal mensen en bedrijvigheid langs de weg. Het ene moment zie je vrouwen met groentenkraampjes langs de weg, dan weer ontmoet je groepen jongens die yoghurtjes proberen te slijten aan passerende automobilisten. En waar je ook komt, er zijn altijd mensen die bananen verkopen in de buurt.
Tijdens deze rit moet je niet alleen uitkijken voor personenauto’s, vrachtwagens en Matatu’s (openbare minibusjes), maar ook voor groepjes kinderen in schooluniform, fietsers met hun bagagedrager volgeladen met hout, meubels of zakken meel en natuurlijk voor overstekende koeien, honden of geiten… Wilde dieren, zoals zebra’s en herten, blijven meestal aan de kant van deze weg. Op andere routes heb ik al wel ervaren hoe het is te stoppen voor een overstekende giraffe. Toeteren om mensen of dieren te waarschuwen dat de auto eraan komt, is in Kenya dan ook zeker niet vreemd.
De weg kronkelt langs de Great Rift Valley, de uitgestrekte vallei die Afrika doorkruist. Ook is er fantastisch uitzicht op de Aberdare Mountains. En het is overal zo groen langs de weg, vooral na drie volle maanden van regen. De plekken met het mooiste uitzicht zijn niet te missen, vanwege de vele aanwijsborden en kleine toeristenwinkeltjes. Zo wordt ook de evenaar goed aangegeven. Al blijft het merkwaardig dat deze zich op meerdere plekken, die niet op een lijn lijken te liggen, bevindt. De “water-weglooptest” levert het ultieme bewijs dat men echt op de evenaar staat: precies op de evenaar draait water dat naar beneden wegloopt niet rechtsom of linksom, maar valt recht naar beneden. Er zijn in ieder geval meer dan genoeg plekken om deze test uit te laten voeren. Toeristen zorgen nu eenmaal voor een bron van inkomsten voor veel Kenianen.
De meeste plaatsjes die je onderweg tegenkomt bestaan uit enkele straatjes, een aantal kerken, wat winkels die veel van hetzelfde lijken te verkopen, voldoende barretjes en een marktplaats. Zo ook Nyahururu. Het centrum van dit stadje bestaat uit enkele hoofdstraten waar veel leven en drukte is. De drie supermarkten en verschillende internetcafés laten zien dat Nyahururu groter is dan een gemiddeld dorp uit de omgeving. De “Thomson Falls” is de toeristische trekpleister van de stad. Bussen buitenlandse toeristen, maar ook Kenianen komen regelmatig een bezoekje brengen om deze waterval te bewonderen. Zelf woon ik in een rustige wijk vlakbij deze waterval, zo’n 10 minuten lopen van mijn werkplek St. Martin.
Habari ya kazi? Hoe gaat het met het werk?
St. Martin CSA
Ik ben in oktober 2006 naar Kenya gevlogen om aan de slag te gaan bij “Saint Martin Catholic Social Apostolate”, ofwel St. Martin CSA. Deze katholieke non-profit organisatie is actief in Nyahururu en de gemeenschappen eromheen. St. Martin zet zich in voor de meest kwetsbare groepen in de maatschappij door met de gemeenschap te werken. St. Martin heeft een faciliterende rol en helpt de gemeenschap om zoveel mogelijk samen de problemen op te lossen. Het motto is dan ook: “Only through Community”. Er zijn ongeveer 80 werknemers in dienst en er zijn zelfs meer dan 1000 vrijwilligers actief. Vooral dit laatste is een bijzonder groot aantal, zeker binnen een Afrikaanse organisatie.
Er zijn vijf verschillende centrale programma’s, gericht op:
- Gehandicapten
- Staatkinderen en hulpbehoevende kinderen
- Mensenrechten en actieve geweldloosheid
- HIV/AIDS, alcohol- en drugsmisbruik
- Microkrediet en sparen
Om deze programma’s te ondersteunen, heeft St. Martin een aantal “inkomensgenererende activiteiten” opgezet: de leerwerkplaats, de houtsnijwerkplaats en de souvenirwinkel. Dit is mijn werkveld: ik coördineer de activiteiten van de twee werkplaatsen en de winkel.
De werknemers in de werkplaatsen zijn geselecteerd uit de eerder genoemde programma’s van St. Martin. Zij hebben een opleiding gekregen van professionele leraren en inmiddels produceren zij leren en houten producten van hoge kwaliteit. Door dit werk krijgen zij de kans om een inkomen te verdienen en te werken aan een betere toekomst voor zichzelf en hun familie.
De leerwerkplaats
Binnen de leerwerkplaats werken nu zes mensen full-time: Nancy, Mercy, Elizabeth, Hannah, Stephen en Isaac. Zij worden dagelijks begeleid door hun mwalimu (leraar) Anthony Kivuva. Twee van de leerwerkers zijn HIV-positief, een aantal hebben een lichamelijke handicap en weer anderen zijn hier terecht gekomen vanwege huiselijk geweld. Het mooie is dat als ik met deze mensen werk, ik helemaal niet stil staat bij deze achtergronden. Het zijn stuk voor stuk enthousiaste, gemotiveerde mensen die blij zijn met de kans die St. Martin hen gegeven heeft.
De meeste items die door de leerwerkers gemaakt worden, zijn gemaakt van kleurrijk suède. Het assortiment loopt uiteen van tassen voor volwassenen en kinderen tot boekomslagen, pennenetuis en make-uptasjes.
De houtsnijwerkplaats
Binnen de houtsnijwerkplaats zijn drie jongens werkzaam: Stephen, Simon en Lazarus. Alledrie zijn zij afkomstig uit het programma voor gehandicapten. Ook zit er sinds kort regelmatig een jongen van het straatkinderenprogramma, Ekei, op de werkplaats. Hij wil de techniek heel graag van de andere jongens leren.
De jongens maken moderne afbeeldingen van mensen uit lichtgekleurd zogenaamd olijfhout. Vooral de verschillende portretten van families en de afbeelding van drie poppetjes die de wereld dragen (symbool voor een gemeenschap) zijn erg populair.
De souvenirwinkel
De producten van de werkplaatsen worden verkocht in de winkel van St. Martin. Daarnaast zijn hier ook allerlei andere souvenirs te koop, variërend van kaarten en batiks tot sieraden en manden. Sommige producten zijn door lokale artiesten gemaakt, andere dingen kopen we in op de drukbezochte toeristenmarkten in Nairobi.
De werkplaatsen en winkel worden binnenkort gehuisd op één locatie. Dit maakt het mogelijk voor bezoekers om ook de makers van de producten te ontmoeten. Wellicht komt er in de toekomst ook nog een cafetaria in hetzelfde pand, zodat mensen tijdens hun bezoek kunnen genieten van een echte kop koffie. Dit zou helemaal een ideale combinatie zijn!
De winst van de winkel wordt gebruikt om de programma’s van St. Martin te ondersteunen. Als je iets koopt, ondersteun je St. Martin dus om de gemeenschap te mobiliseren voor mensen met een handicap, straatkinderen, slachtoffers van geweld of mensen met HIV/AIDS. Maakt dat een suède tas of houten beeldje niet extra mooi?
Mijn taak
De komende twee jaar is het mijn taak de activiteiten van het project te continueren en het management ervan te verbeteren. In deze functie volg ik mijn voorganger Job, ook Nederlander, op. Het is de bedoeling dat na afloop van mijn contract iemand van binnen St. Martin het werk overneemt. Kennisoverdracht en samenwerken is dus belangrijk.
In mijn dagelijkse werkzaamheden houd ik mij bezig met een breed takenpakket: financiën (kas bijhouden); voorraadbeheer (winkelassortiment bijhouden en producten bij de werkplaatsen bestellen); inkoop (producten voor de winkel en materialen voor de werkplaatsen inkopen); winkel openen voor bezoekers; marketing van de producten (catalogus, brochures en website ontwikkelen); nationale en internationale contacten (Italië en Nederland) onderhouden en verder uitbreiden en de inrichting van het nieuwe pand. Het is dus een baan waar veel bij komt kijken en waarbij ik soms moet uitkijken dat ik niet teveel bezig ben met de dagelijkse dingen, zodat ik het overzicht verlies. Gelukkig kan ik enkele taken met collega’s binnen St. Martin delen en kan ik belangrijke beslissingen overleggen. En één van de leukste dingen van het werk blijft ook het contact met de werknemers van de werkplaatsen. Dan weet je ook weer voor wie je het eigenlijk doet!
CMC "Mensen met een missie"
Ik word uitgezonden via de Nederlandse organisatie CMC. Dit is de katholieke missionaire organisatie. CMC ondersteunt projecten in ontwikkelingslanden, zowel op financieel gebied als door mensen uit te zenden. De projecten zijn gericht op de armsten binnen de samenleving. Armoedebestrijding door met de lokale mensen samen te werken. Uit de leus "Mensen met een missie" blijkt het inmiddels bredere karakter van CMC. Niet alleen worden de traditionele katholieke missionarissen ondersteund, tegenwoordig worden ook (junior) ontwikkelingswerkers, zoals ik, uitgezonden. Mijn uitzending wordt gefinancierd door de organisatie PSO “personal services overseas”.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten